Op een doorregende zondagavond, waarbij de meest comfortabele positie binnenshuis, warm, droog en op de bank is, ben ik niet iemand die mag beweren de oplossingen voor de economische wereldproblematiek voorhanden te hebben. Net zo min als ik dat op een zonnige zaterdagochtend wel zou kunnen en mogen beweren.
Met name wanneer het gaat om het bedenken van iets wat enigszins zou kunnen leiden tot de oplossing van de economische crisis, die bijna de gehele wereld lijkt te beïnvloeden, ben ik niet echt creatief of inventief te noemen.
Storm voor de wereldeconomie?
Kranten, tijdschriften, literatuur, journaaluitzendingen, scrollende indices met rode beurscijfers op commerciële zenders: overal spreekt of toont men van het “omen”, die onheilspellende allesverwoestende “wende” of aardbeving, die de wereldeconomie in haar verwoestende greep lijkt te hebben.
In tegenstelling tot echte aardbevingen, ontstaan grote economische aardbevingen door -goede of verkeerde- politieke beslissingen, (gebrek aan) consumentenvertrouwen en menselijke emoties. De fysieke schade lijkt bij de economische variant minder groot en de impact zorgt niet voor letterlijke verwondingen, maar verplettert wel degelijk figuurlijk huishoudens, bedrijven, banken en zelfs landen.
De belangrijke vraag
De hamvraag -hoe beperken we de nu toch al behoorlijke impact van de economische aardbevingen- laat zich, ik noemde het al in mijn voorwoord, bijna niet beantwoorden.
- Een voorbeeld vanuit het politieke perspectief: in de V.S. wordt het schuldplafond van 14300 miljard dollar verhoogd met met minstens 2100 miljard dollar. Op die manier kan de overheid nog steeds geld lenen om uitkeringen en rente op bestaande schulden te betalen. Meer kredietruimte, zodat nog steeds geld geleend kan worden om o.a. rente op bestaande schulden te kunnen betalen. Mijns inziens een dubieuze politieke beslissing. Brazilië, India en China zullen de komende jaren geld vrij moeten maken om te kunnen investeren in infrastructuur. Zal dat later ook een dubieuze beslissing genoemd kunnen worden of is dat juist een “must”? Zou de V.S. niet hetzelfde kunnen of zelfs moeten doen?
- Zowel het gemiddelde consumentenvertrouwenals de algemene koopbereidheid dalen volgens het CBS sinds mei van dit jaar nog steeds: in het algemeen houdt de consument de hand op de knip en denkt lang en goed na voordat hij/ zij het geld laat rollen. Dit beïnvloedt op haar beurt weer het producentenvertrouwen in negatieve zin; een déjà vu met de jaren 20 van de vorige eeuw en een vicieuze cirkel die lastig te doorbreken is.
- Menselijke emoties kan ik het best toelichten aan de hand van de tulpenmanie zoals deze met name afspeelde in Amsterdam in de 16e eeuw. In 1623 kostte één enkele tulpenbol 1000 gulden. Tot 1635 steeg de prijs voor 40 van diezelfde tulpenbollen tot het astronomische bedrag van 100.000 gulden: evenveel als een rij Amsterdamse grachtenpanden. In 1637 klapte de “tulpenbubbel” en daalden de prijzen weer tot het oorspronkelijke niveau. Het moge duidelijk zijn dat er enkele handelaren veel verdiend hebben aan deze hausse, maar dat de meesten er veel geld aan verloren hebben. Deze bubbels – en recentelijk de bancaire bubbel- zijn we ook de afgelopen eeuwen vaker tegengekomen.
Hieruit zou u op kunnen maken dat het beleggers- en investeringsgedrag van de mens de afgelopen eeuwen nauwelijks veranderd is: men blijft dezelfde fouten maken, men doet dezelfde juiste dingen, maar het blijft met ups en downs gaan en er valt weinig te voorspellen.
Financieel weeralarm
Het nieuws van diezelfde zondagavond voorspelt nog meer regen en zware windstoten en voor later op de avond: een weeralarm.……
Ik besluit de impasse te doorbreken, mijn comfortabele bank te verlaten, mijn regenpak aan te trekken voor een ommetje door de gitzwarte avond. Het voelt goed aan deze beslissing genomen te hebben, tot ik erachterkom dat mijn schoenen niet waterdicht zijn en er een gat aan de rugzijde in mijn regenjas zit.
Dat is waar ook; die zou ik nog maken, maar dat ben ik de laatste maal dat ik mijn regenpak aanhad helemaal vergeten. Dom, dom, dom.
Twee dagen later lig ik op mijn comfortabele bank: droog en warm. Maar nu met een flinke verkoudheid. Ik weet echter dat ik over een paar dagen weer de oude ben: even uitzieken. Voordat het journaal begint zap ik snel weg.